In toenemende mate doen gemeenten voor de uitvoering van haar publieke taken een beroep op andere organisaties waaraan zij taken aan uitbesteden, via inkoop of subsidie of via uitvoering door verbonden partijen.

Bij verbonden partijen kan het zowel gaan om privaatrechtelijke organisaties (vaak vennootschappen) als om publiekrechtelijke organisaties (gemeenschappelijke regelingen). Voor wat betreft de private partijen gaat het om organisaties en instellingen waarover gemeenten zowel financieel als bestuurlijk zeggenschap hebben. In geval van (de publiekrechtelijke) gemeenschappelijke regelingen gaat het om samenwerkingsvormen met een rechtspersoonlijkheid. De diversiteit van de verbonden partijen is de afgelopen jaren toegenomen, evenals het financiële en beleidsmatige gewicht ervan; dit werd nog eens versterkt door de decentralisaties in het sociale domein.

Gemeenten blijven verantwoordelijk voor de aansturing van verbonden partijen, de controle erop en de financiële consequenties voor de eigen organisatie. Om deze verantwoordelijkheden waar te kunnen maken is het van belang dat het college en de gemeenteraad weten wat hun bevoegdheden zijn. Vanuit zowel het publiekrecht als het privaatrecht zijn kaders van toepassing voor (de samenwerking in) verbonden partijen. Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en daaruit voortvloeiende richtlijnen geven specifieke voorschriften mee over aspecten inzake verbonden partijen. Voorschrift is dat gemeenten in de paragraaf verbonden partijen van de gemeentelijke begroting en jaarrekening de visie op en beleid omtrent verbonden partijen opnemen. Indien gemeenten een afzonderlijk door de raad vastgestelde beleidsnota verbonden partijen hebben kan daarnaar worden verwezen. Deventer heeft voor de opstelling van een kadernota verbonden partijen gekozen.

Daarnaast is in de financiële verordening (artikel 21) van de gemeente vastgelegd dat het college periodiek in een beleidsnota het systeem van toezichtuitoefening op de onderscheiden verbonden partijen vastlegt en dit systeem ter kennis brengt van de raad. De kadernota verbonden partijen beschrijft hoe de gemeente Deventer omgaat met verbonden partijen, zodat op een weloverwogen manier invulling wordt gegeven aan de rollen van eigenaar (zeggenschap) en opdrachtgever (sturing).

In oktober 2017 is de beleidsnota verbonden partijen geactualiseerd vastgesteld door de gemeenteraad. Meer dan voorheen wordt met het vernieuwde kader een actievere betrokkenheid van college en gemeenteraad bij verbonden partijen inhoud gegeven. Naast expliciete kaders voor processen tot besluitvorming zijn inhoudelijke kaders opgenomen en is aandacht besteed aan de instrumenten voor kaderstelling, controle en sturing. Onderscheid wordt daarbij gemaakt voor de kader stellende en controlerende rol van de gemeenteraad en de opdrachtgevers- en eigenaar rol van het college. Voor het sturen en beheersen zijn vier rollen voor de gemeente te onderscheiden:

  • Gemeenteraad; kaderstelling en controlerend;
  • College; opdrachtgever (sturing) en eigenaar (zeggenschap);

Een verbonden partij is gekoppeld aan een kerntaak van de gemeente op een specifiek beleidsterrein. Dit betekent dat ook vanuit inhoudelijk(e) beleid(doelen) gestuurd wordt op de verbonden partijen.
Het doel van actieve betrokkenheid bij verbonden partijen is het:

  • behartigen van het publieke belang;
  • beheersen van risico’s die met verbonden partijen samenhangen;
  • borgen van de continuïteit van de verbonden partij.

De gemeenteraad is verantwoordelijk voor de kaderstelling binnen de gemeente. De gemeenteraad heeft daartoe kader stellende bevoegdheden maar ook het budgetrecht. Dit zijn twee instrumenten waarmee aan de voorkant kan worden gestuurd op inhoud/beleid en financiën. De kadernota verbonden partijen dient als richtlijn voor het college en indirect voor de verbonden partij. Het kader verbonden partijen is ook de grondslag voor de gemeenteraad om te kunnen controleren en al dan niet te interveniëren.

Om de controlerende rol adequaat uit te voeren maakt de gemeenteraad in de regel gebruik van de reguliere planning en control instrumenten van de gemeente en de gemeenschappelijke regelingen en de raadmededelingen van het college.
Vierjaarlijks wordt een evaluatie per verbonden partij opgesteld die met de gemeenteraad wordt gedeeld. Met een raadsmededeling van 28-5-2019 is het evaluatierapport over de  gemeenschappelijke regelingen regio IJsselland gepresenteerd en op 26-5-2020 een raadsmededeling het evaluatierapport over de overige verbonden partijen.

Het college heeft op 26 mei 2020 de zogenaamde Uitvoeringsnota Verbonden Partijen vastgesteld. De Uitvoeringsnota vormt een handreiking voor het college van B en W en de ambtelijke organisatie voor het effectief relatiemanagement en het borgen van de control op verbonden partijen. De nota gaat in op de wijze waarop de gemeente toezicht, sturing en beheersing van verbonden partijen inricht en uitoefent, alsmede de verantwoording daarover.

Op 14 december 2021 heeft de Eerste Kamer ingestemd met een wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). De gewijzigde WGR versterkt de kader stellende en controlerende rol van gemeenteraden. De participatiemogelijkheden van burgers en belanghebbenden bij de besluitvorming in gemeenschappelijke regelingen worden vergroot. Concrete wijzigingen zijn onder andere:

  • gemeenteraden krijgen de mogelijkheid om vooraf een zienswijze te geven op het gehele ontwerp of wijziging van een gemeenschappelijke regeling
  • gemeenteraden krijgen de bevoegdheid om een zienswijze in te dienen voorafgaand aan het nemen van besluiten door het bestuur van een gemeenschappelijke regeling
  • gemeenteraden kunnen besluiten om een gezamenlijk voorstel te doen tot het oprichten van een gemeenschappelijke adviescommissie
  • het bestuur van de gemeenschappelijke regeling moet de raden van de deelnemende gemeenten alle inlichtingen geven die zij nodig hebben voor de uitoefening van hun taken,
  • de gemeenschappelijke regeling moet bepalingen bevatten over de wijze waarop ingezetenen van de deelnemende gemeenten en belanghebbenden bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid op grond van de regeling betrokken worden (inspraak)
  • Recht van onderzoek door gemeenschappelijke raden, unanieme deelname.
  • Lokale en gemeenschappelijke Rekenkamers om onderzoek te doen naar gevoerde bestuur.  

De wetswijziging moet vanaf 1 juli 2022 in werking treden. Uiterlijk twee jaar na de inwerkingtreding van deze wetswijziging zullen alle gemeenschappelijke regelingen aan de gewijzigde Wgr moeten zijn aangepast.