In de paragraaf Financiering wordt aangegeven op welke wijze de gemeente gedurende het afgelopen jaar zijn activiteiten heeft gefinancierd. Daarbij is het beleidskader uit het Treasurystatuut leidend.
In 2021 is €39,0 miljoen afgelost op de bestaande leningenportefeuille, welke per eind 2021 €243 miljoen bedraagt. Er zijn geen nieuwe leningen aangetrokken, omdat de bestaande liquiditeitspositie toereikend is geweest. Het volume aan uitgezette leningen is afgenomen van €38,8 miljoen naar €20,2 miljoen als gevolg van de herclassificatie van de leningen van de NV Maatschappelijk Vastgoed.
De limieten voor rente- en liquiditeitsrisico's zijn in 2021 niet overschreden. Het renteresultaat komt nagenoeg overeen met de bijgestelde begroting.
Het Treasurybeleid van de Gemeente Deventer is vastgelegd in het Treasurystatuut. De laatst vastgestelde versie van het statuut is uit 2016, vaststelling van een actualisatie van het statuut is in de tweede helft van 2021 voorzien. Hierbij is rekening gehouden met alle van toepassing zijnde wet- en regelgeving. Aanvullend is een beleidskader “Verlenen van garanties en het verstrekken van geldleningen” uit 2020 van toepassing.
Het Treasurystatuut beschrijft de uitgangspunten en bevoegdheden die de gemeente hanteert op het gebied van financiering, beleggingen, rentemanagement, liquiditeitenbeheer en de financiële logistiek. Deze zijn gebaseerd op de volgende doelstellingen:
- het waarborgen van een blijvende toegang tot de kapitaalmarkt teneinde de beschikbaarheid over voldoende financiële middelen zeker te stellen.
- het beheersen van financiële risico’s (renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s).
- het realiseren van zo laag mogelijke kosten (rente, provisies en kosten van het betalingsverkeer) en het zekerstellen van voldoende liquiditeit.
In de praktijk betekent dit dat complexe en risicovolle producten worden vermeden. Er worden enkel onderhandse leningen aangegaan bij financiële instellingen in de euro valuta. De gemeente verstrekt alleen leningen in het kader van de publieke taak. Tijdelijke overtollige liquiditeiten worden ondergebracht bij het schatkistbankieren van de Rijksoverheid.
Het Treasurybeleid heeft geen winstoogmerk. Uitgangspunt is dat alle rentelasten intern worden doorbelast aan de investeringen voor onder andere grondexploitaties, kapitaalgoederen en deelnemingen en leningen aan verbonden partijen. Hiervoor wordt jaarlijks een omslagrente bepaald waarmee een neutraal renteresultaat kan worden bereikt.
Voor de beheersing van risico’s dient de gemeente te voldoen aan een aantal limieten:
- Renterisiconorm: het totale bedrag aan langlopende schulden wat in een kalenderjaar wordt afgelost of een renteherziening kent mag maximaal 20% bedragen van de totale gemeentebegroting.
- Kasgeldlimiet: het totale bedrag van kortlopende schulden (na aftrek van vlottende middelen) mag maximaal 8,5% bedragen van de totale gemeentebegroting.
- Norm schatkistbankieren: het totale bedrag aan liquide middelen dat buiten de schatkist wordt aangehouden bedraagt niet meer dan 2% van het begrotingstotaal.
In het treasurystatuut is bepaald dat periodiek (in het 2de en 4de kwartaal) en jaarlijks in de jaarrekening verantwoording wordt afgelegd aan de raad inzake de treasury-activiteiten. Voorafgaand daaraan wordt in de Paragraaf Financiering van de begroting het voorgenomen beleid toegelicht.
Aangetrokken financiering
Huidige liquiditeit- en rentepositie
De huidige liquiditeit- en rentepositie van de gemeente kent geen bijzonderheden. De gemeente beschikt over voldoende liquide middelen en een stabiele toegang tot financiering. De rentelasten nemen gestaag af, met name bij het aflopen van langlopende leningen die in een verder verleden tegen hoge rentes zijn afgesloten. Renterisico’s bevinden zich binnen de wettelijke normen.
Financieringsstrategie
Gegeven de doelstellingen van het Treasurystatuut worden enkel nieuwe langlopende leningen aangetrokken overeenkomstig de daadwerkelijke financieringsbehoefte, zoals die gedurende het jaar wordt gemonitord. Tijdelijke schommelingen in de beschikbare liquiditeit worden opgevangen via de bestaande kredietlimiet op de rekening-courant ter hoogte van €28 miljoen.
Het aantrekken van nieuwe leningen kan op ieder moment plaatsvinden voor zover dit nodig is om voldoende beschikbare liquide middelen te kunnen waarborgen, met inachtneming van de bevoegdheden uit het Treasurystatuut. Bij de keuze voor de rentevaste looptijd wordt rekening gehouden met de renterisiconorm en het verschil in rentelasten bij de verschillende looptijden.
Jaarlijks wordt als onderdeel van het Treasuryplan een doorvertaling gemaakt van de meerjarenbegroting naar de financieringsbehoefte. Op basis hiervan wordt een inschatting gemaakt van de benodigde aan te trekken financiering.
Rentevisie
De gemeente maakt voor de rentevisie gebruik van Thésor Marktperspectief. Gedurende 2021 is de marktrente laag gebleven, ondanks signalen over mogelijke renteverhogingen die gerelateerd zijn aan de oplopende inflatie. Vanwege het ontbreken van een financieringsbehoefte in 2021 is op basis van de vastgestelde strategie geen nieuwe financiering aangetrokken. In het eerste kwartaal 2022 zijn nadrukkelijker signalen over een rentestijging aan de orde. Deze worden betrokken in het kiezen van een goed moment voor het aantrekken van nieuwe financiering op basis van het Treasuryplan 2022-2025.
Langlopende geldleningen (> 1 jaar)
Onderstaande tabel toont een overzicht van de langlopende schulden. In 2021 is de omvang van de leningenportefeuille afgenomen als gevolg van contractuele aflossingen. Omdat deze aflossingen konden worden betaald vanuit de bestaande liquiditeiten, is geen nieuwe financiering aangetrokken.
(bedragen x €1 miljoen) | ||
---|---|---|
Aangetrokken financiering | Begroting | Jaarrekening |
Stand per begin jaar | 282,0 | 282,0 |
Contractuele aflossingen | 39,0 | 39,0 |
Nieuwe leningen | 30,0 | 0,0 |
Stand per einde jaar | 273,0 | 243,0 |
Kortlopende schulden (< 1 jaar)
De gemeente beschikt over een krediet op de rekening-courant met een maximum van €28 miljoen. Deze wordt gebruikt om schommelingen in het rekeningsaldo op te vangen en is in de afgelopen jaren toereikend geweest. In de begroting is het uitgangspunt dat dit ook de komende jaren het geval is.
Verstrekte leningen
Samenstelling bestaande leningenportefeuille
Onderstaande tabel toont een overzicht van de leningen die zijn verstrekt in het kader van de publieke taak. Door contractuele aflossingen neemt het saldo van de openstaande leningen ieder jaar af. Nieuwe leningen kunnen met instemming van de Gemeenteraad worden verstrekt op het moment dat een financieringsverzoek aan de orde is. Nieuwe aanvragen worden getoetst met inachtneming van de door de raad vastgestelde beleidsnota “Verlenen van garanties en verstrekken van geldleningen” uit 2020.
Het totaalbedrag aan verstrekte leningen is in 2021 met € 19,0 miljoen afgenomen. Dit komt hoofdzakelijk voort uit de herclassificatie van de leningen aan de NV Maatschappelijk Vastgoed, welke eigendom van de gemeente is geworden.
(bedragen x €1.000) | ||
---|---|---|
Verstrekte leningen | Begroting | Jaarrekening |
Stand per begin jaar | 36,7 | 38,8 |
Contractuele aflossingen | 0,2 | 19,0 |
Nieuwe leningen | 0,0 | 0,4 |
Stand per einde jaar | 36,5 | 20,2 |
Onderstaande tabel toont een overzicht van het uitstaand saldo per tegenpartij per 31-12-2021.
(bedragen x €1.000) | |
Tegenpartij | Uitstaand saldo |
---|---|
NV Sportbedrijf | 13,37 |
Go Ahead Eagles | 4,07 |
Enexis Holding | 1,35 |
Stichting MiMiK | 0,55 |
SVN | 0,40 |
WDW Escohold | 0,42 |
Deventer Hockey Vereniging | 0,02 |
Totaal | 20,2 |
Renteresultaat
Interne rentedoorberekening
Het financieringsbeleid van de gemeente gaat uit van integrale financiering. Uitgangspunt is dat het taakveld Treasury een neutraal renteresultaat kent, wat bereikt wordt door de rentelasten van de gemeente door te belasten aan de gemeentelijke investeringen op de diverse programma’s.
De rente die voor deze doorberekening wordt gebruikt is de omslagrente. De omslagrente wordt doorberekend aan alle vaste activa en voorraden op de balans op basis van de voorschriften van de BBV-richtlijn Rente uit 2017. De enige uitzondering hierop vormen de grondexploitaties, waarvoor conform de BBV-richtlijn Grondbeleid uit 2019 een andere rekenmethodiek geldt. Bij de bepaling van de rentelasten worden niet alleen de externe rentelasten meegenomen, maar ook de rentebaten op verstrekte leningen en de interne rentetoerekening aan reserves en voorzieningen.
Rente grondexploitaties
De bijschrijving van rente voor de grondexploitaties vindt altijd op basis van de gerealiseerde rentelasten plaats. Onderstaande tabel toont de berekening van het rentepercentage zoals dat aan de grondexploitaties in 2021 is doorbelast. Met 2,14% is dit percentage lager dan de 2,3% waar in de begroting mee is gerekend. Het verschil komt voort uit de lagere rentelasten van de gemeente (zie ook het renteresultaat).
(bedragen x €1 miljoen) | ||
---|---|---|
Rente Grondexplotaties | Begroting | Jaarrekening |
Balanspositie passiva (begin boekjaar) | ||
1 Eigen vermogen | 95,8 | 95,8 |
2 Vreemd vermogen | 357,0 | 357,0 |
3 Langlopende leningen (excl. projectfinanciering) | 281,2 | 281,2 |
4 Kortlopende leningen | 0,0 | 0,0 |
Rentelasten | ||
5 Rente langlopende leningen (excl. projectfinanciering) | 8,26 | 7,64 |
6 Rente kortlopende leningen | 0,00 | 0,00 |
Berekening | ||
7 Gewogen gemiddeld rentetarief (5+6) / (3+4) | 2,94% | 2,72% |
8 aandeel vreemd vermogen t.o.v. balanstotaal (2) / (1+2) | 78,84% | 78,84% |
9 Rentepercentage Grondexplotaties (8*9) | 2,32% | 2,14% |
Renteresultaat
Onderstaande tabel toont het rente resultaat voor 2021 zoals begroot en uiteindelijk gerealiseerd. De getoonde verschillen komen voort uit afwijkingen in de externe rentelasten en -baten en de omvang van de balansposities waaraan de omslagrente wordt doorberekend. Het uiteindelijke renteresultaat wordt verrekend met de generieke weerstandsreserve.
De gehanteerde algemene omslagrente voor 2021 is bij de begroting vastgesteld op 2,2%. Bij het opstellen van de jaarrekening wordt nagegaan of de afwijking tussen de vooraf bepaalde omslagrente en de daadwerkelijke gemiddelde rentelasten meer dan 25% bedraagt. In dat geval vind correctie plaats. Gezien de beperkte omvang van het renteresultaat In 2021 is hiervan geen sprake geweest.
(bedragen x €1 miljoen) | |||
---|---|---|---|
Renteresultaat | Begroting (na wijziging) | Jaarrekening | Verschil |
Rentelasten | |||
Rente korte financieringsmiddelen | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Rente langlopende geldleningen | 8,28 | 8,28 | 0,00 |
Rente toegerekend aan eigen vermogen | 0,48 | 0,48 | 0,00 |
Rente toegerekend aan voorzieningen | 1,15 | 1,08 | -0,07 |
Totaal lasten | 9,91 | 9,84 | -0,07 |
Renteopbrengsten | |||
Doorberekening aan grondexploitaties | 2,25 | 2,01 | -0,24 |
Doorberekening aan activa (omslagrente) | 7,16 | 7,15 | -0,01 |
Totaal opbrengsten | 9,41 | 9,16 | -0,25 |
Renteresultaat | -0,50 | -0,68 | -0,18 |
Vanaf 2020 storting renteresultaat in generieke reserve a.g.v. aanpassing algemene renteomslagpercentage van 2,5 naar 2,2% conform voorschriften BBV | 0,56 | 0,56 | 0,00 |
Eenmalige correctie rentelasten (gemeld 2e kwartaal) | 0,63 | 0,63 | 0,00 |
Renteresultaat (na correctie) | 0,69 | 0,50 | -0,18 |
Risicobeheer
lnleiding
De belangrijkste risico’s gerelateerd aan de Treasuryfunctie zijn renterisico, liquiditeitsrisico en kredietrisico. Deze paragraaf beschrijft de wijze waarop de gemeente Deventer deze beheert en welke normen hierbij gehanteerd worden.
Renterisico op langlopende financiering
Schommelingen in de rente kunnen resulteren in afwijkingen in de rentelasten die de gemeente jaarlijks dient te betalen. Met name bij herfinanciering van aflopende leningen of contractuele renteherziening kan een verschil in de oude en nieuwe rente tot fors hogere rentelasten leiden. Renterisico kan zowel voortkomen uit de aangetrokken leningen als de verstrekte leningen.
De renterisico’s op de langlopende financieringsmiddelen worden ingekaderd door de renterisiconorm. Jaarlijks mogen de renterisico’s uit hoofde van renteherziening en herfinanciering niet hoger zijn dan 20% van de totale lasten op de begroting. Het doel van de renterisiconorm is het spreiden van de renterisico’s van de leningenportefeuille waardoor een verandering in de rente vertraagd doorwerkt in de rentelasten van de gemeente.
Om hieraan te voldoen, wordt bij de keuze voor rentelooptijd rekening gehouden met een goede spreiding van de aflossingen over de jaren. Het beleid binnen de gemeente Deventer is om materiële vaste activa zoveel mogelijk met lange financieringsmiddelen af te dekken (de gouden balansregel). Daarnaast wordt de hoogte van de aflossingen en de afschrijvingen zoveel mogelijk op elkaar aangesloten om ten eerste te voldoen aan de “gouden balansregel” en ten tweede om te voldoen aan een sluitende cashflow stroom.
De onderstaande tabel maakt inzichtelijk dat in 2021 geen overschrijding heeft plaatsgevonden van de renterisicolimiet.
(bedragen x €1 miljoen) | ||
---|---|---|
Renteresultaat | Begroting | Jaarrekening |
Renterisico op vaste schuld | ||
1a Renteherziening op vaste schuld (o/g) | 0,0 | 0,0 |
1b Renteherziening op vaste schuld (u/g) | 0,0 | 0,0 |
2 Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b) | 0,0 | 0,0 |
3 Betaalde aflossingen | 39,0 | 39,0 |
4 Renterisico op vaste schuld (2+3) | 39,0 | 39,0 |
Renterisiconorm | ||
5 Stand van de begroting per 1 januari | 366,0 | 366,0 |
6 Het bij ministeriele regeling vastgestelde percentage | 20% | 20% |
7 Renterisiconorm | 73,2 | 73,2 |
Toets renterisiconorm | ||
8 Renterisiconorm | 73,2 | 73,2 |
9 Renterisico op vaste schuld | 39,0 | 39,0 |
Ruimte (+) / Overschrijding (-) (8-9) | 34,2 | 34,2 |
Renterisico op kortlopende financiering
Zeker bij financiering met kortlopende contracten kan het gevolg van rentewijzigingen op de totale rentelasten aanzienlijk zijn. De gemeente Deventer gebruikt kortlopende financiering daarom enkel om schommelingen in de liquiditeitspositie op te vangen en niet voor het financieren van langlopende investeringen.
De kasgeldlimiet geeft de toelaatbare omvang van de netto vlottende schuld aan en dient derhalve om het renterisico op de korte termijn te beheersen. De limiet (circa €31,5 miljoen) bedraagt een bij ministeriële regeling vastgesteld percentage (8,5%) van de begrote gemeentelijke uitgaven. Overschrijding van de kasgeldlimiet heeft formele consequenties wanneer dit langere tijd aanhoudt. De provincie dient als toezichthouder op de hoogte te worden gebracht wanneer er in drie opeenvolgende kwartalen sprake is van een overschrijding. De afgelopen jaren is hiervan geen sprake geweest.
De gemeente heeft ervoor gekozen om een kredietlimiet te gebruiken ter hoogte van €28 miljoen om schommelingen in de beschikbare liquiditeit op te vangen, aangevuld met een intra-dag limiet van €2 miljoen. Dit betekent dat de gemeente in beginsel altijd voldoet aan de kasgeldlimiet. Onderstaande tabel maakt inzichtelijk dat dit in 2021 ook daadwerkelijk het geval is geweest.
(bedragen x €1.000) | ||||
---|---|---|---|---|
Toets kasgeldlimiet | Kwartaal 1 | Kwartaal 2 | Kwartaal 3 | Kwartaal 4 |
Kasgeldlimiet (8,5% van begrotingstotaal) | 31,1 | 31,1 | 31,1 | 31,1 |
Gemiddelde netto vlottende schuld | -16,0 | -7,4 | -11,8 | -27,4 |
Overschrijding (-) ruimte (+) | 47,1 | 38,5 | 42,9 | 58,5 |
Liquiditeitsrisico
Liquiditeitsrisico kan zich voordoen wanneer de gemeente geconfronteerd wordt met een onverwachte mismatch tussen inkomsten en uitgaven die niet opgevangen kan worden uit de beschikbare liquide middelen. De gemeente probeert dit risico te beperken door een buffer aan te houden op zowel de rekening-courant als de beschikbare kredietlimiet. Door overtollige liquide middelen af te romen naar het schatkistbankieren wordt er bovendien voor gezorgd dat de centrale Treasuryfunctie altijd toegang heeft tot het grootste deel van de liquide middelen en wordt versnippering van geld op verschillende kas- en banksaldi beperkt.
In december 2013 is het zogenoemde schatkistbankieren ingevoerd. Dit betekent dat de gemeente wettelijk verplicht is om tijdelijk overtollige middelen (liquiditeitsoverschotten) die boven een wettelijk geregeld saldo (2% van het begrotingstotaal) uitkomen, moet stallen bij het Rijk. De gemeente Deventer heeft dit gewaarborgd door ervoor te zorgen dat een positief saldo op de lopende rekeningen automatisch wordt afgeroomd boven een bepaald bedrag.
Onderstaande tabel laat zien dat in 2021 in alle kwartalen is voldaan aan de limiet voor het schatkistbankieren.
(bedragen x €1.000) | ||||
---|---|---|---|---|
Toets kasgeldlimiet | Kwartaal 1 | Kwartaal 2 | Kwartaal 3 | Kwartaal 4 |
Toegestaan saldo (2%) van begrotingstotaal)* | 2,7 | 2,7 | 7,3 | 7,3 |
Gemiddeld saldo gemeentelijke rekeningen op dagbasis | 2,3 | 2,7 | 3,2 | 3,6 |
Overschrijding (-) ruimte (+) | 0,4 | 0,0 | 4,1 | 3,7 |
* De limiet van 2% is ingegaan per 1 juli 2021 en vervangt de limiet van 0,75% van het begrotingstotaal |
Kredietrisico
Kredietrisicobeheer kan worden omschreven als het beheersen van risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid van een waardedaling van de vorderingspositie ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van betalingsverplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of te kort aan liquide middelen.
Uitzettingen kunnen echter op grond van het treasurystatuut slechts plaatsvinden uit hoofde van de uitvoering van een publieke taak. De kredietrisico’s zijn daarmee beperkt tot situaties waarin één van de partijen waaraan de gemeente leningen heeft verstrekt niet in staat is om deze terug te betalen. In die gevallen ontstaat een risico dat de gemeente de betreffende lening moet afschrijven.
De tabel in paragraaf 7.6.4 toont de hoofdsom per tegenpartij. Zoals te zien bedraagt het maximale kredietrisico op één partij €13,4 miljoen (Deventer Sportbedrijf).
EMU saldo
Het EMU saldo van de gemeente Deventer draagt bij aan het totale EMU saldo van het Rijk en alle mede-overheden. De berekening van het EMU saldo gaat uit van ontvangsten en uitgaven en wijkt daarom af van het saldo van baten en lasten zoals dat in de begroting is gepresenteerd. Bij een sluitende begroting kan een gemeente daardoor toch een negatief EMU-saldo hebben.
In 2018 hebben Rijk en mede-overheden afgesproken dat het EMU tekort van mede-overheden in de periode tot en met 2022 maximaal -0,4% BBP mag bedragen. Jaarlijks wordt in de septembercirculaire door het Rijk aangegeven wat op basis van dit percentage het gewenste maximale EMU saldo per gemeente is (de referentiewaarde). Voor Deventer is dit een EMU saldo van €-13,7 miljoen. De referentiewaarde is indicatief en overschrijding door een individuele gemeente heeft geen directe consequenties.
Onderstaande tabel toont de opbouw van het EMU saldo op basis van het hiervoor opgestelde CBS schema. Het EMU saldo voor 2021 is zowel in de begroting als realisatie gunstiger dan de referentiewaarde.
(bedragen x €1.000) | |||
Omschrijving | Omschrijving | Begroting | Jaarrekening |
---|---|---|---|
Mutaties activa | Financiële vaste activa | -200 | -18.634 |
Liquide middelen | 0 | 989 | |
Overlopende activa | 0 | -8.079 | |
Uitzettingen | 0 | 1.433 | |
Mutaties passiva | Vaste schuld | -9.042 | -39.029 |
Vlottende schuld | 20.800 | 151 | |
Overlopende passiva | 0 | 26.946 | |
EMU saldo | -11.958 | -12.359 | |
EMU referentiewaarde | -13.688 | -13.688 | |
Ruimte (+) / Overschrijding (-) tov referentiewaarde | 1.730 | 1.329 |